Deltaprogramma 2011-2020
In 2011 verscheen het eerste Deltaprogramma: een uitwerking van de aanbevelingen van de Deltacommissie in 2008. Dit Deltaprogramma, ook wel ‘Deltaplan nieuwe stijl’ genoemd, omschreef hoe we de komende eeuw de waterveiligheid kunnen verbeteren en de zoetwatervoorziening op orde kunnen houden. In latere jaren werd het Deltaprogramma steeds herzien, op basis van nieuwe inzichten en onderzoek. Onderstaande tijdlijn geeft de hoogtepunten weer uit de Deltaprogramma’s.
Historisch overzicht Deltaprogramma's
2011-2020
In 2011 verscheen het eerste Deltaprogramma: een uitwerking van de aanbevelingen van de Deltacommissie in 2008. Dit Deltaprogramma, ook wel ‘Deltaplan nieuwe stijl’ genoemd, omschreef hoe we de komende eeuw de waterveiligheid kunnen verbeteren en de zoetwatervoorziening op orde kunnen houden. In latere jaren werd het Deltaprogramma steeds herzien, op basis van nieuwe inzichten en onderzoek. Onderstaande tijdlijn geeft de hoogtepunten weer uit de Deltaprogramma’s.
Nederland kreeg in 2018 te maken met extreme weersomstandigheden: langdurige droogte, hitte en fikse hoosbuien. In de zomer van 2019 sneuvelde het nationale hitterecord uit 1944. Uit onderzoek bleek dat de zeespiegel in de toekomst mogelijk sneller gaat stijgen dan waar de deltascenario’s van uitgaan. Dit tiende Deltaprogramma laat zien dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën van Deltaprogramma 2015 (DP2015) nog steeds de goede weg beschrijven. Wel blijkt uit de aanzet voor de eerste zesjaarlijkse herijking van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit DP2015 dat er aanpassingen nodig zijn. Het blijft daarnaast cruciaal de maatregelen uit de deltaplannen voortvarend uit te voeren. Door de nieuwe inzichten in de mogelijk versnelde zeespiegelstijging nemen onzekerheden over maatregelen na 2050 toe. Om daarop beter zicht te krijgen, start het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.
Waterveiligheid blijft een belangrijk thema in het Deltaprogramma. Dat we in januari 2018 bij een forse storm vijf stormvloedkeringen konden sluiten, laat zien dat Nederland goed beschermd is. Adaptief deltamanagement blijft een speerpunt. Inmiddels zijn er al concrete resultaten geboekt. Zo zijn de eerste dijkversterkingen op basis van de nieuwe wettelijke normen in voorbereiding. In 2018 is een nieuw peilbesluit voor het IJsselmeergebied vastgesteld waarmee flexibel peilbeheer mogelijk wordt. Daarmee wordt de zoetwatervoorziening in een groot deel van Nederland robuuster en een belangrijk deel van de deltabeslissing IJsselmeergebied operationeel. Daarnaast werken het ministerie van IenW en de partners binnen het nationaal Deltaprogramma samen aan een nieuw programma Integraal Riviermanagement.
Voor het eerst is een Deltaplan Ruimtelijke adaptatie gemaakt als onderdeel van het Deltaprogramma. Het drieluik van Deltaplannen voor Waterveiligheid, Zoetwater en Ruimtelijke adaptatie is hiermee compleet. In Nederland nemen we steeds vaker wateroverlast door hevige neerslag waar. Volgens de KNMI’14 klimaatscenario’s zullen extremen neerslaggebeurtenissen in de toekomst nog vaker optreden. Dit is een belangrijke reden om het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie te maken. Het doel is de inrichting van Nederland waterrobuust en klimaatbestendig te maken.
Een ander belangrijk element in dit Deltaprogramma is de overstromingsrisicobenadering in het waterveiligheidsbeleid. Die gaat uit van de kans op een overstroming én de gevolgen. Daarbij horen nieuwe eisen voor de waterkeringen, die inmiddels in de wet zijn verankerd. Ook lopen er pilots om de beschikbaarheid van zoetwater beter inzichtelijk te maken.
1 januari treedt de gewijzigde Waterwet met nieuwe normen voor waterveiligheid in werking.
In juli 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Nieuwe normeringen primaire waterkeringen’ aangenomen. Dat is een belangrijke mijlpaal op weg naar de wettelijke verankering van de deltabeslissing Waterveiligheid en de nieuwe risicobenadering. Een ander belangrijk element in dit Deltaprogramma is adaptief deltamanagement: vooruitkijken naar de opgaven die voor ons liggen, gezamenlijk de maatregelen bepalen en steeds checken of we in het goede tempo en in de goede richting werken. Dit Deltaprogramma geeft de eerste uitwerking voor de systematiek ‘meten, weten, handelen’, het ‘motorblok’ van adaptief deltamanagement. Hiermee kunnen we helder in beeld brengen hoe het Deltaprogramma ervoor staat.
De eerste stappen zijn gezet op weg naar afspraken in het zoetwaterbeleid over ‘voorzieningenniveaus’. Met dit nieuwe instrument weten gebruikers beter waar ze aan toe zijn, zowel in normale als in droge situaties. Het biedt een stevig fundament om verdere maatregelen voor de zoetwaterbeschikbaarheid op te baseren. De samenhangende aanpak voor waterkwaliteit en zoetwater wordt vastgelegd in het nieuwe Nationaal Waterplan (NWP2). Een van de grootste uitdagingen van het Deltaprogramma is misschien wel de gezamenlijke ambitie om Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht. Dit Deltaprogramma omvat maatregelen die alle partijen samen kunnen nemen om hieraan te werken. In de toekomst zal er steeds meer behoefte zijn aan integrale oplossingen.
In het vijfde Deltaprogramma staan definitieve voorstellen voor structurerende deltabeslissingen om de bescherming tegen overstromingen en watertekorten te verbeteren. De deltabeslissingen leiden tot een nieuwe manier van werken op drie terreinen: de waterveiligheid, de zoetwaterbeschikbaarheid en een waterrobuuste ruimtelijke inrichting. Belangrijk element is de overstromingsrisicobenadering toe te passen in het waterveiligheidsbeleid. Dat betekent: rekening houden met de kans op een overstroming én de gevolgen. Daarbij horen ook nieuwe eisen voor de waterkeringen. Op verschillende plaatsen zal een hoger beschermingsniveau gelden: waar veel slachtoffers of grote economische schade kan optreden of waar ‘vitale infrastructuur’ kan uitvallen met grote landelijke effecten. Het streven is dat alle primaire keringen in 2050 aan de nieuwe normen voldoen. Ook staan in dit Deltaprogramma de defintieve voor stellen voor regionale voorkeurstrategieën. Het strategische kompas voor keuze van maatregelen in het betreffende deelgebied voor de maatregelen die voortvloeien uit de deltabeslissingen.
Centraal in het vierde Deltaprogramma staat een conceptvoorstel voor een nieuwe normering voor de waterveiligheid. De nieuwe normering is gebaseerd op een risicobenadering: de kans op een overstroming en het gevolg van een overstroming bepalen beide de hoogte van de norm. Het uitgangspunt daarbij is dat iedereen in Nederland een gelijke basisveiligheid krijgt: een jaarlijkse overstromingskans van 1 op 100.000. Gebieden met veel mensen of grote economische waarden kunnen een hoger beschermingsniveau krijgen. Hierdoor is meer maatwerk mogelijk. Dit Deltaprogramma stelt ook voor de zoetwatervoorziening met enkele gerichte overheidsinvesteringen te verbeteren. Van de mogelijke deltabeslissingen en strategiëen zijn de kansrijke overgebleven. In dit Deltaprogramma staat de eerste programmering van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma.
De omvang van de waterveiligheidsopgave is sinds het tweede Deltaprogramma (DP2012) duidelijker geworden. Uit de landelijke controle van de dijken is gebleken dat veel dijken niet voldoen aan de eisen. Ook zijn er eind 2011 analyses van de maatschappelijke kosten en baten van waterkeringen en het risico op slachtoffers door overstromingen beschikbaar gekomen. De studies laten zien dat voor grote delen van Nederland het veiligheidsniveau voldoet, maar dat voor een aantal gebieden een hoger beschermingsniveau nodig kan zijn. Met de deltascenario’s is er zicht op de mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Voor de zoetwatervoorziening zijn deze vertaald in knelpunten en schade voor gebruiksfuncties zoals landbouw, scheepvaart en energievoorziening. Deze kennis is meegenomen in het ontwikkelen van mogelijke strategieën om Nederland veilig te houden tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater.
De Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening gaat van kracht. In de Deltawet staat dat er ieder jaar een Deltaprogramma moet verschijnen. Er staan afspraken in over de taken en bevoegdheden van de deltacommissaris, evenals afspraken over de financiering van het Deltaprogramma.
In het tweede Deltaprogramma gaat de voorbereiding verder van de vijf deltabeslissingen, die voor 2015 worden voorgelegd aan het kabinet. Deze beslissingen gaan over de actualisatie van de normen van onze dijken en andere waterkeringen, over de beschikbaarheid en verdeling van zoetwater, over het peil van het IJsselmeer, over de manier waarop het Rijnmond- en Drechtstedengebied veilig kan blijven zonder aan economische waarde in te boeten en over hoe bij het bouwen van steden en dorpen rekening kan worden gehouden met water. Het Deltaprogramma vordert volgens planning. De opgaven zijn in kaart gebracht en de eerste conclusies getrokken. In de gebieden (deelprogramma’s) worden oplossingen voorbereid op weg naar de Deltabeslissingen vanaf 2014.
Het eerste Deltaprogramma omschrijft in feite de aanpak van het Deltaplan nieuwe stijl. De aanpak is gebaseerd op metingen en de KNMI (2006)-scenario’s. De afgelopen eeuw is de zeespiegel gestegen en de bodem gedaald en het is warmer geworden. Die trends zetten door. We moeten er bij de inrichting van ons land rekening mee houden dat er heviger buien voorkomen. Ook kan het ‘s zomers droger worden, waardoor de zoetwatervoorziening in het geding is. Dit Deltaprogramma bevat maatregelen om op korte termijn de veiligheid van onze delta op orde te krijgen. Zoals de programma’s Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, dijkversterkingen en het versterken van zwakke schakels langs de kust. En er worden keuzes voorbereid voor de toekomst. Flexibiliteit is een belangrijk element in de keuze van maatregelen. De maatregelen in dit Deltaprogramma dragen bij aan de realisatie van het beleid dat is vastgelegd in het Nationaal Waterplan (2009-2015).
In aanloop naar het eerste Deltaprogramma
2008-2010
In 2007 stelde het kabinet een commissie in onder voorzitterschap van oud-minister Cees Veerman. Deze Deltacommissie bracht in 2008 aanbevelingen uit over de manier waarop we de komende eeuw de waterveiligheid van ons land kunnen verbeteren en de zoetwatervoorziening op orde kunnen houden. De Deltacommissie heeft twaalf aanbevelingen gedaan. Die gaan onder meer over hoe veilig de Nederlandse dijken moeten zijn, bouw in gebieden met een verhoogde kans op overstromingen, en de bestuurlijke, organisatorische en financiële kanten van maatregelen tegen overstromingen. Het complete advies van de Deltacommissie staat in het rapport ‘Samen werken met water’.