Kennisprogramma zeespiegelstijging van start met landelijke dag in Utrecht

Ruim 140 mensen waren donderdag 5 maart jl. samen in het Muntgebouw in Utrecht voor de eerste landelijke dag van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Een programma dat is opgezet door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de deltacommissaris. Doel van het programma is om de bestaande onzekerheden over een mogelijke versnelling van de zeespiegelstijging te verkleinen en antwoorden te vinden op de vraag hoe Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar kan blijven.

De aanwezige deelnemers van onder andere Rijkswaterstaat, KNMI, waterschappen en verschillende universiteiten en kennisinstituten werden uitgedaagd om mee te denken over de verdere uitwerking van het kennisprogramma en de opgaven waar we als land voor staan. Zij spraken onder anderen over de mogelijke gevolgen van het afsmelten van landijs op Antarctica voor Nederland, de houdbaarheid van de huidige aanpak, wat de mogelijkheden zijn om ons in de toekomst bij een sneller stijgende zeespiegel te beschermen en welke aanpassingen daarvoor nodig zijn. Belangrijk doel van de dag was om gezamenlijk tot vervolgstappen en werkafspraken te komen en daarmee daadwerkelijk de uitvoering van het kennisprogramma te starten.

Deltacommissaris Peter Glas was zeer te spreken over de vertegenwoordiging van de jeugddijkgraven en young professionals. ‘Het onderwerp gaat hen aan, na 2050 gaan we immers de mogelijke versnelling zien in zeespiegelstijging. Ik hoop dat zij dan terugkijken op 5 maart 2020 als een belangrijke start van de veranderingen die voor 2050 en daarna zijn ingezet.’

Titus Livius, plaatsvervangend Directeur-Generaal Water en Bodem van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat benadrukte dat de versnelling van de zeespiegelstijging allerlei partijen gaat raken. De komende tijd zal de samenwerking worden aangegaan met mensen uit andere vakgebieden zoals de ruimtelijke ordening, landbouw, natuur, energie en de woningbouw. Ook zal het netwerk uitgebreid worden en zal de samenwerking gezocht worden in alle regio’s van Nederland.

Het kennisprogramma loopt tot en met 2025. Over de voortgang wordt ieder jaar gerapporteerd in het Deltapro¬gramma. Het Kennisprogramma levert belangrijke beslisin-formatie voor de volgende zes-jaarlijkse herijking van het Deltaprogramma, die wordt opgenomen in het Deltaprogramma 2027. Deze eerste landelijke dag was een belangrijke mijlpaal om Nederland goed voor te bereiden op de toekomst zodat Nederland ook met een stijgende zeespiegel de veiligste delta van de wereld kan blijven.

Waarom een kennisprogramma zeespiegelstijging?

Een groot deel van ons land ligt onder de zeespiegel en vele rivieren vinden er hun weg naar zee. Dat maakt Nederland kwetsbaar voor overstromingen en verzilting. Beschermen tegen hoogwater en zorgen voor een betrouwbare zoetwatervoorziening is en blijft van levensbelang: voor miljoenen Nederlanders en onze economie.

Sinds 1953 investeert de overheid continu in de bescherming tegen overstromingen en hoogwater. En sinds 10 jaar kijkt de overheid met het Deltaprogramma vooruit naar 2050, 2100 en verder. Recente onderzoeken duiden erop dat de zeespiegel vanaf 2050 sneller kan gaan stijgen dan de huidige stijging van 2 mm per jaar. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gaat sinds september 2019 uit van een zeespiegelstijging van maximaal 110 cm in 2100.

De overheid neemt de signalen over een versnelling van de zeespiegelstijging zeer serieus. Dat de zeespiegel stijgt is zeker en daar houdt het Deltaprogramma ook rekening mee. Over de mate en snelheid waarin de zeespiegel stijgt is intussen nog veel onzekerheid. Verwachtingen variëren van een stijging van 30 cm t/m 3 meter in 2100. Daarom is het Kennisprogramma Zeespiegelstijging in het leven geroepen. De tijd die we hebben doordat onze bescherming op orde is, benutten we zo optimaal.

De komende vijf jaar werken overheid, kennisinstellingen, bedrijven, plannenmakers en maatschappelijke organisaties samen binnen dit kennisprogramma om de onzekerheden die er zijn over de zeespiegelstijging te verkleinen. Het programma moet antwoord geven op vragen zoals: Wat gebeurt er precies op Antarctica en welke gevolgen kan dat hebben voor Nederland? Hoe moeten we ons in de toekomst tegen overstromingen beschermen? En hoe zorgen we voor voldoende zoetwater? Ook verkennen we hoe we ons land in de toekomst anders kunnen inrichten om het veilig en leefbaar te houden én wat we daar nu voor moeten doen en laten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het reserveren van ruimte voor toekomstige dijkversterkingen en zandwinning.

Het voorbereid zijn en blijven is een voortdurend proces waar de overheid met alle partners samen elke dag hard aan werken. Zo kunnen we op tijd de juiste maatregelen nemen zodat Nederland ook in de toekomst de veiligste delta in de wereld blijft.