Deltacommissaris door KNMI bijgepraat over klimaatverandering

De deltacommissaris heeft zich woensdag 2 oktober door het KNMI laten informeren over het nieuwe klimaatrapport van het IPCC en de betekenis daarvan voor het Deltaprogramma.

Hoofddirecteur Frits Brouwer en klimaatonderzoekers Albert Klein Tank en Wilco Hazeleger, die bij de totstandkoming van het IPCC rapport betrokken waren, legden uit dat het eerder algemene beeld van opwarming en zeespiegelstijging robuust blijkt en door de nieuwe inzichten en analyses met nog meer zekerheid bevestigd wordt. De rekenmodellen zijn inmiddels steeds beter in staat om de niet-gelijkmatige opwarming van de aarde te verklaren uit onder andere wisselingen in zonnesterkte, vulkaanuitbarstingen en opwarming van de oceanen. In combinatie met nieuwe kennis over het afsmelten van het landijs op Groenland en Antarctica zijn ook de toekomstvoorspellingen over de mondiale zeespiegelstijging betrouwbaarder geworden.

Het KNMI is druk bezig deze wereldwijde analyses van het IPCC door te vertalen naar Nederland. Daarbij wordt ook ingegaan op regionale verschillen (tussen kust en binnenland en In stedelijk gebied) en op veranderingen in extreem (dagelijks) weer, bijvoorbeeld het samenvallen van stormopzet en overvloedige neerslag (coïncidentie). Het rapport hierover met de nieuwe KNMI-klimaatscenario's wordt in mei 2014 door het KNMI uitgebracht.

Het Deltaprogramma anticipeert op mogelijk toekomstige ontwikkelingen in klimaat en socio-economische omstandigheden. Daarbij maakt het gebruik van scenario's als zoekruimte voor strategieën voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Door de intensieve samenwerking met het KNMI werkt het Deltaprogramma al met de klimaat- en zeespiegelverwachtingen zoals die nu in het IPCC-rapport staan. De deltacommissaris concludeerde dat de koers van het Deltaprogramma daarom niet veranderd hoeft te worden. Tevens onderstreept het IPCC-rapport het belang van het adaptieve karakter van de strategieën die in het Deltaprogramma ontwikkeld worden. Dit maakt dat we kunnen inspelen op nieuwe kennis en inzichten. Dat vereist dan ook dat we de beschikking hebben en houden over goede meetreeksen om daarmee trends en veranderingen daarin tijdig te kunnen waarnemen.

Het bezoek illustreerde opnieuw dat het KNMI voor het Deltaprogramma een zeer waardevolle partner is.