Nederlandse School voor Openbaar Bestuur publiceert kroniek over de deltacommissaris

Hoe is de bijzondere figuur van de regeringscommissaris voor de delta er gekomen en welke lessen over bestuurlijke organisatie komen daaruit voort? Daarover gaat “De deltacommissaris. Een kroniek van de instelling van een regeringscommissaris voor de Nederlandse delta".

De kroniek geeft naast een historisch overzicht van regeringscommissarissen, ook een inkijk in het  unieke van een regeringscommissaris voor de delta: "De instelling van een regeringscommissaris voor de Nederlandse delta en de start van deze zogenaamde deltacommissaris per 1 februari 2010 is bijzonder. Niet alleen is het aantal regeringscommissarissen dat zich sinds de Tweede Wereldoorlog met beleidsmatige thema’s heeft bezig gehouden op één hand te tellen, maar het is vooral bijzonder omdat het politiek betekenisvol is dat voor de kwesties van de delta een regeringscommissaris is ingesteld. Het betekent politieke erkenning van een thema, een vrije rol op afstand van de ministeriële verantwoordelijkheid en de politieke bemoeienis, met eigen budget en met een wettelijke verankering. Bijzonder is dat die functie tot stand is gekomen in een context van politieke onzekerheid van een zojuist gevallen kabinet. De achterliggende Deltawet – waarin voor het eerst de instelling van een regeringscommissaris is verankerd – werd vervolgens weliswaar controversieel verklaard, maar na de verkiezingen alsnog met algemene stemmen aangenomen. Het laat zien dat de deltacommissaris een functie was die iedereen wilde of waar in ieder geval niemand echt op tegen was. De vraag die opkomt – en die de basis voor deze kroniek vormt – is hoe de op zichzelf bijzondere figuur van de regeringscommissaris voor de delta er is gekomen en welke lessen over bestuurlijke organisatie daaruit voortkomen.”

De kroniek is tot stand gekomen dankzij Prof. dr. Mark van Twist, dr. Martin Schulz, dr. Martijn van der Steen en Jony Ferket MSc, allen verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, in opdracht van de directie Kennis, Innovatie en Strategie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, onder leiding van Hans Leeflang.