Hoe zit het met de rivierafvoer van 18.000 m3 per seconde?

Met het programma Ruimte voor de Rivier is de Rijn door middel van rivierverruiming en dijkversterking zó ingericht dat een hoeveelheid water van 16.000 m3/s bij Lobith veilig naar zee kan worden afgevoerd. De verwachting is dat op termijn (2100) de afvoercapaciteit vergroot moet worden naar 18.000 m3/s. 

Waar komt het extra water vandaan?

De meest recente (inter-)nationale onderzoeken en klimaatscenario’s wijzen uit dat de hoge afvoeren van de Rijn toenemen. Dit komt vooral door de extra neerslag en temperatuurstijging (waardoor er minder water vastgehouden wordt in de vorm van sneeuw en ijs). De Rijn verandert daardoor in de toekomst meer in een regenrivier. Als de klimaatscenario’s worden vertaald in afvoeren, komen we in 2100 uit op een hoeveelheid water die door de Rijn richting Nederland gaat die kan variëren van 17.000 tot 22.000 m3/s of meer. Een deel van dit water wordt echter geborgen in Duitsland (in retentiegebieden en door overstromingen) en bereikt Nederland niet. De verwachting is dat op termijn een Rijnafvoer van maximaal circa 18.000 m3/s Nederland kan bereiken. 

Ook in de studie Rheinblick 2050 van de Internationale Commissie voor de Hydrologie van de Rijn wordt een toename van de afvoer bij Lobith berekend. Hiermee bevestigen ze de uitgangspunten, die ten aanzien van toekomstige Rijnafvoeren zijn gepresenteerd in het Nationaal Waterplan (2009) en zijn gehanteerd voor het Deltaprogramma Rivieren.

Toename

Op grond van deze inzichten over afvoertoename, aftoppen en het effect van Duitse maatregelen daarop, wordt in het Deltaprogramma aangenomen dat voor de langere termijn de maximale afvoer die Nederland kan bereiken met 2.000 m3/s zal kunnen toenemen tot 18.000 m3/s. Deze maximale afvoer is overigens niet per definitie de afvoer die gehanteerd wordt voor het ontwerp van een bepaalde dijkversterking of rivierverruiming. Deze zogenaamde ontwerpafvoer is afhankelijk van de beschouwde ontwerphorizon, het klimaatscenario, de geldende norm en het beschouwde faalmechanisme. Dit is door de Minister van Infrastructuur en Milieu op 30 november 2015 aan de Tweede Kamer toegelicht in een bijlage bij de “Waterbrief”. Voor meer informatie kunt u de pdf hiervan downloaden.

Best available knowledge

Bovenstaande inzichten zijn recent bevestigd door een internationaal expertpanel en in de zogenaamde GRADE-studie (Generator of Rainfall and Discharge Extremes). Volgens het Expertise Netwerk Waterveiligheid is de GRADE methode op dit moment de best available knowledge. In de PKB Ruimte voor de Rivier (2006) is de 18000 m3/s ook opgenomen door de wetgever als maatgevend voor 2100. De deltacommissaris week daar, in DP 2015, dus niet van af. Mocht nieuw onderzoek deze inzichten veranderen, dan past het in de adaptieve aanpak om maatregelen daar ook op aan te passen.