Wat betekent het nieuwe waterveiligheidsbeleid voor de normen van onze dijken?

De basisprincipes van het waterveiligheidsbeleid van Nederland zijn een onderwerp dat cruciaal is voor het leven in onze delta, zowel voor huidige als toekomstige generaties. Het nieuwe waterveiligheidsbeleid betekent een nieuwe normering voor onze primaire waterkeringen. 

Vertrekpunt in de nieuwe normering is het bieden van een basisbescherming aan elk individu dat achter de dijken woont, waarbij de kans op verdrinken nergens in Nederland groter is dan 1 op 100.000 per jaar. Dit basisbeschermingsniveau is vervolgens vertaald naar normspecificaties voor de waterkeringen, uitgedrukt in overstromingskansen. 

Waar deze overstromingskans tot grote economische schade of aantallen slachtoffers zou kunnen leiden, is de norm voor de betreffende waterkering aangescherpt. Dat betekent dus dat door het nieuwe waterveiligheidsbeleid iedereen achter onze dijken op tenminste eenzelfde basisbescherming kan rekenen. Dat is in het huidige beleid niet het geval. 

Conform de Deltawet maakt de deltacommissaris jaarlijks een voorstel voor de te nemen maatregelen om de veiligheid en zoetwatervoorziening op orde te houden. De zorg voor de waterkeringen is in handen van de waterschappen, samen met Rijkswaterstaat. Voor het onderhoud en de versterking vanwege de nieuwe waterveiligheidsnormen zijn middelen uit het Deltafonds beschikbaar. 

Ondanks al deze inspanningen kunnen we de kans op een overstroming nooit helemaal uitsluiten. Het Deltaprogramma besteedt daarom ook aandacht aan het beperken van de gevolgen van een overstroming, bijvoorbeeld voor het in stand houden van vitale voorzieningen en het uitvoeren van evacuaties. De deltacommissaris bewaakt de voortgang en rapporteert daarover aan Kabinet en Tweede Kamer.