Wat regelt de Deltawet?

In de Deltawet is vastgelegd dat er jaarlijks een Deltaprogramma moet worden opgesteld. Dit om zeker te stellen dat Nederland goed wordt beschermd tegen overstromingen, goed is aangepast aan extreme klimaateffecten en over een goede zoetwatervoorziening kan beschikken. In de wet is ook vastgelegd dat er een deltacommissaris moet zijn om de regie te voeren over het opstellen en uitvoeren van het Deltaprogramma. De Deltawet voorziet verder in een Deltafonds om het Deltaprogramma mee te financieren. 

Tot en met 2037 heeft het Deltafonds een gemiddelde omvang van ruim 1,25 miljard euro per jaar, waarvan ruim 55 procent beschikbaar is voor investeringen en bijna 45 procent nodig is voor het reguliere beheer en onderhoud en de kosten van het 'apparaat'. De voeding van het Deltafonds loopt tot en met 2037 en wordt jaarlijks met een jaar verlengd. 

De Deltawet is op 1 januari 2012 van kracht geworden. Om de periode tussen wetsvoorstel en het uiteindelijk van kracht worden van de wet te overbruggen, had het kabinet eerder al – op verzoek van een brede meerderheid in de Tweede Kamer – in een Instellingsbesluit de benoeming van een deltacommissaris vastgelegd en uitgesproken dat er een Deltaprogramma moet worden opgesteld.  In september 2010 presenteerde de toen nieuw benoemde deltacommissaris Wim Kuijken het eerste Deltaprogramma. In 2017 is Wim Kuijken - overeenkomstig de Deltawet - bij Koninklijk Besluit herbenoemd als deltacommissaris voor een volgende periode van zeven jaar. In januari 2019 is Kuijken opgevolgd door de tweede deltacommissaris, Peter Glas.