Openingsspeech Wim van de Donk tijdens Zesde Nationaal Deltacongres

Het Zesde Nationaal Deltacongres vond plaats op donderdag 5 november 2015 in ‘s-Hertogenbosch. Het congres werd geopend door Wim van de Donk, Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant. Bekijk hier de video van zijn toespraak.

STILTE

WIM VAN DE DONK: Welkom in Brabant.

Een provincie waarvan je misschien zou verwachten dat hij minder dan andere met water betrokken is.

Dat is natuurlijk een globaal misverstand want we hebben een buitengewoon intensieve betrokkenheid bij het programma. En er is al, de Deltacommissaris zei het al heel veel bereikt, maar toch is het interessant dat het programma vandaag onder de titel gaat van: Nu begint het pas echt.

Ik heb aan het begin van het jaar beloofd, in het Vincent van Goghjaar dat wij hebben, vooruitlopend op het Jeroen Boschjaar meneer de burgemeester, volgend jaar in deze stad, beloofd om elke toespraak te beginnen met een citaat uit een van zijn brieven.

Van Gogh was niet alleen een mooi en uitstekend en innovatief schilder die ons over de hele wereld beroert maar deze grote zoon van Brabant was ook een buitengewoon goede stylist.

Nou kun je die brieven tegenwoordig heel makkelijk doorzoeken en over het Deltaprogramma, dat is duidelijk, staat er weinig te lezen.

Maar wel iets over de filosofie die hij heeft.

Namelijk de betrokken en gepassioneerde inzet van mensen die een focus hebben op een gemeenschappelijk goed geformuleerd doel. En hij zegt dan en ik parafraseer maar: Hier is de delta waarvan wij dromen, al heel dichtbij.

Vincent was een romanticus ook in zekere zin maar buitengewoon ook realistisch betrokken bij hoe je met elkaar zaken tot stand brengt.

En omdat daar een zekere eigenwijsheid en een zekere dwarsheid en een zeker innovatief vermogen eigenlijk cruciaal is naast focus, concentratie, langetermijn-oriëntaties is mij opgevallen dat het programma met name ook succesvol is omdat het ruimte heeft gegeven aan innovatieve eigenwijsheid nieuwe verbindingen maken zorgen dat je ook een zekere adaptieve besturingsfilosofie hebt.

Niet de idee van: er is een analyse gemaakt, de instructie is helder om het vrij naar Herman van Gunsteren te zeggen maar een bestuursfilosofie die zegt: Er is variëteit.

Laten we met elkaar die buitengewoon serieus ruimte geven en bestuderen, en laten we met elkaar een proces ontwerpen waarin we weten dat we de goede dingen selecteren en multipliceren om ook van elkaar te leren.

Dat is, denk ik, de kracht van het programma.

Ook in onze provincie, mijn collega Johan van den Hout is hier ook aanwezig is er een grote inzet en betrokkenheid, samen met onze waterschappen samen met gemeentebesturen, samen met maatschappelijke partners en ook met bijvoorbeeld de natuur- en milieubeweging om te zorgen dat we, daar waar we innovaties plegen om de grote doelstellingen binnen te halen voortdurend ook om ons heen kijken, werk met werk maken, slim verbinden.

Dat is eigenlijk de besturingsfilosofie van het Deltaprogramma.

Ik zal er zo een paar dingen over zeggen.

De rivieren, ook in Brabant. Wij zijn met dijkversterking natuurlijk bezig het robuuster maken van de veiligheid.

Het is überhaupt natuurlijk interessant dat dit programma ontstaan is vanuit een herijking en weer 's even goed kijken waar waren we eigenlijk na dat Deltaprogramma gebleven?

Hebben we in termen van veiligheid en de normatiek die daarbij hoort de zaak goed bijgehouden? Nou, niet dus.

Dus was een stevige inzet nodig en is die figuur van zo'n Deltacommissaris en zo'n Deltaprogramma ook daaruit ontstaan.

Ook op onze zandgronden en in de zuidwestelijke delta vanuit integrale gebiedsvisies werkend meedoen in dit programma tekent onze inzet.

We hebben er echt zin in, samen met onze partners.

Ik proef ook dat er een ambitie in die programma's zit en dat mensen het leuk vinden om met elkaar concrete resultaten te gaan boeken en vanuit die resultaten ook weer de volgende stappen te zetten.

Vanuit de idee dat zo'n Deltaprogramma ook een bijzonder avontuur is.

Het is ook in bestuurlijke zin een echt innovatief programma.

Alleen al zo'n Deltacommissaris is natuurlijk als institutionele innovatie interessant.

Hij is niet voor de eerste keer verzonnen natuurlijk zijn er meer commissarissen geweest maar deze is wel heel erg nadrukkelijk verbonden met een langetermijn-ambitie die bij de inhoud van de opgave hoort.

En dat vind ik zo mooi aan dit programma dat je ziet dat het bestuurlijk zo ontwikkeld is dat het heel dicht bij de inhoud van de opgave blijft.

Dus niet de bestaande routines vooropzetten: zo doen wij dat nu eenmaal maar: wat is er nodig? En van daaruit redeneren: hoe gaan we dat dan doen?

Ik denk eerlijk gezegd dat als Martijn van der Steen van de NSOB ik heb dat mooie stuk gelezen, de vraag stelt: Is dit nou het nieuwe normaal of is het een anomalie in het bestuur? dan weten we uit de geschiedenis dat vernieuwingen en echt betekenisvolle vernieuwingen altijd beginnen bij anomalieën, dingen die je in het begin niet snapt.

Aan de rand van het systeem vinden altijd de echte innovaties plaats nooit in het centrum van het systeem.

En het is mooi om te zien dat de Deltacommissaris de mogelijkheid heeft om die randen op te zoeken.

Vanuit eigenlijk de filosofie: wat is onze ambitie welke agenda is daarvoor nodig en welke allianties heb je nodig om delen van die agenda effectief, adequaat te realiseren?

Met nooit een soort gesloten kader van centralistische snit.

Altijd kaders stellend die uitnodigend zijn voor wat er op de werkvloer op de praktijkvloer van de projecten nog aan nieuwe ontwikkelingen inspoelt.

Dat is de kracht, en daarom is mijn absolute overtuiging dat dit programma inderdaad het nieuwe bestuurlijk normaal is.

We hebben in dit land niet zozeer een schaalprobleem, zeg ik wel 's als een schoolprobleem. We hebben nog steeds mensen die denken als je maar fuseert en centraliseert, dat het dan beter gaat. Niets is minder waar.

Het leidt doorgaans tot een verschraling van bestuur tot een niet echt adequaat inspelen op het samenlevingsspel en het verwijderen van toewijding en nabijheid.

Dit programma vind ik een intelligente combinatie van ja, het organiseren op een hogere schaal van kaderstellende oriëntaties maar het volledig ruimte geven aan kleinschaligheid misschien moet ik zelfs zeggen 'eigenschaligheid' van de projecten en de programma's.

En dat vind ik belangrijk, omdat ik denk dat in de resultaten uiteindelijk de legitimiteit van het openbaar bestuur zichtbaar is.

En deze discussie, dames en heren, zouden we misschien dus eens vanuit het Deltaprogramma ook op andere domeinen van het openbaar bestuur eens serieus een kans moeten geven.

Misschien, Wim, is jouw inzet en je zult meteen zeggen: Samen met al die anderen want dat is precies de kern die je ook net hier weer neerlegde wel belangrijker dan alleen maar voor de doelstellingen van het Deltaprogramma zelf.

Ik durf er echt wel een goede fles om te verwedden dat deze institutionele innovaties ook in de rest van het openbaar bestuur navolging zullen vinden.

En dan zeg ik er meteen bij: Natuurlijk niet in de zin van dat je kopieert.

Want dat is nou precies de les. Je kunt je erdoor laten inspireren kopiëren is precies de dood in de pot.

Dan gaan we het weer, zoals dat zo mooi heet, uitrollen in dat soort buitengewoon merkwaardige managementtaal die in het openbaar bestuur niet thuishoort.

Want je moet je verbinden met de mensen die verstand van zaken hebben die belangen hebben in die regionale projecten en die regionale contexten waar je moet opereren.

Maar als je dat doet vanuit een heldere visie en een reële passie voor wat er echt moet worden opgelost en een serieuze uitnodiging aan de partners om daarbij betrokken te zijn dan heb je een Triple A-bestuur. Je hebt een heldere ambitie je hebt een duidelijke agenda en je hebt een mooie en goed geformuleerde alliantie om samen te werken.

Dan kun je aan Joint Fact Finding doen, dan heb je automatisch de neiging om je te verbinden met de kennisinstellingen.

Ik sprak net Peter van Zundert, hier aanwezig.

We kennen hem nog van de politie, maar we hadden even een kort gesprek over wat hij tegenwoordig in Zeeland doet.

Verbinden van kennis, jonge studenten, nieuwe opleidingen met bestaande kennisinstituten aan opgaven.

En wat zie je dan prachtige resultaten.

Dus vanuit zowel een Brabants bestuurlijk-filosofisch perspectief als een bestuurskundig perspectief, Wim, is het Deltaprogramma echt een innovatie die ertoe doet.

Ik ben dus ook vereerd met de uitnodiging om dit congres te mogen openen en wens u allen vandaag in het bestuurlijke ecosysteem dat hier bijeen is, een buitengewoon inspirerende dag toe. Dank u wel.

(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijksoverheid. Het beeld wordt blauw met wit. Beeldtekst: Dit is een productie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Copyright 2015.)