Stuurgroep Deltaprogramma zet koers naar de deltabeslissingen

De Stuurgroep Deltaprogramma heeft in haar vergadering van donderdag 28 november richting gegeven op de inhoud van en het proces naar de deltabeslissingen en de voorkeursstrategieën in het DP2015. Na consultatie adviseren de stuur- en begeleidingsgroepen van de deelprogramma’s in het voorjaar van 2014 deltacommissaris Wim Kuijken over de te nemen deltabeslissingen en de te kiezen voorkeursstrategieën. De deltacommissaris komt vervolgens met zijn voorstel, waarover na bespreking in de Stuurgroep Deltaprogramma finale bestuurlijke afstemming plaatsvindt in het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma o.l.v Minister Schulz van Haegen. Vervolgens zal het Deltaprogramma 2015 in de Ministerraad worden vastgesteld en met Prinsjesdag aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Zoetwater

De Stuurgroep heeft ingestemd om in het kader van de Deltabeslissing Zoetwater toe te werken naar het Deltaplan Zoetwater met afspraken over voorzieningenniveaus en investeringsprogramma's voor het IJsselmeergebied, West-Nederland, de Zuidwestelijke Delta, het rivierengebied en voor de Hoge Gronden. Daarbij wordt ook aangegeven welke bijdrage vanuit het Deltafonds aan de orde is, omdat er sprake is van nationaal belang.

Ruimtelijke adaptatie

De Stuurgroep heeft de ambitie om ons land meer waterrobuust te gaan inrichten omarmd. Dat bekent dat met de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie gemeenten, waterschappen en provincies gaan werken aan en ondersteund worden bij het ruimte waterrobuust inrichten en aan de klimaatbestendige stad. De vorm waarin de afspraken hierover worden vastgelegd, teneinde vrijblijvendheid te voorkomen, wordt in april 2014 in de Stuurgroep Deltaprogramma besproken. Het belang van het inzetten van het instrument van de Watertoets vroeg in het proces van ruimtelijke ontwikkelingen werd onderschreven.

Waterveiligheid

Nu we gaan overstappen op een andere veiligheidsnorm, waarbij de basisveiligheid voor iedereen achter de dijk en het beschermen van de economie centraal staat, is de dijknorm daarvan een afgeleide. Bij het bepalen van de nieuwe normen moeten aannames worden gehanteerd over de mogelijke gevolgen van een overstroming, zoals over de evacuatiefractie, maar ook over klimatologische en economische ontwikkelingen.

Met het oog op de Deltabeslissing Waterveiligheid is gesproken over de stand van zaken van de validatie van de  evacuatiefracties door de veiligheidsregio's. Nog niet voor alle veiligheidsregio’s zijn de gegevens beschikbaar, maar voor een aantal trajecten lijkt de rekenkundige norm te moeten worden aangescherpt omdat de evacuatiefractie in de technische studies te positief zijn ingeschat. In veel gevallen past het overigens goed.

Verder is afgesproken dat het landelijk beeld van het normadvies door Deelprogramma Veiligheid samen met de regionale deelprogramma's wordt opgesteld en concreet gemaakt in normgetallen. Medio februari is er een informeel beraad om alles goed te kunnen bestuderen en afwegen.

IJsselmeergebied en Rijn-Maas delta

De contouren van deze deltabeslissingen staan stevig, zoals ook in DP2014 al beschreven. Nadere duiding moet nog gegeven worden aan het open houden van de optie van beperkt meestijgen van het IJsselmeerpeil na 2050 en aan de optie van waterberging voor de Rijn-Maasdelta in de Grevelingen.

Voorkeurstrategieën

De ontwikkeling van de voorkeurstrategieën ligt op schema. Tijdens de komende informatie- en consultatieronde zal in de gebieden over de stand van zaken worden geïnformeerd.

Toekomstige werkwijze Deltaprogramma

Professor Teisman doet in opdracht van de deltacommissaris onderzoek naar de  werkwijze en organisatie van het Deltaprogramma en heeft in de Stuurgroep tussentijds verslag gedaan. Uit interviews is onder andere gebleken dat de (bestuurlijke) actoren de aanpak van het Deltaprogramma waarderen en daarvoor gemiddeld een 8 geven. Het goede van de aanpak wil de Stuurgroep behouden. In april wordt op basis van het onderzoek van Teisman verder gesproken over de concrete vormgeving van de organisatie van het Deltaprogramma na de deltabeslissingen. Daarbij wordt rekening gehouden met MIRT en (n)HWBP.