Nieuwe voorzitter Signaalgroep Deltaprogramma
Per 1 januari 2024 is prof. dr. Arthur Petersen de nieuwe voorzitter van de Signaalgroep Deltaprogramma. Hij volgt prof. dr. Bart van den Hurk op.
Arthur Petersen is hoogleraar bestuurskunde (wetenschap, techniek en beleid) aan het University College London (UCL) en gastonderzoeker bij het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Hij heeft een multidisciplinaire achtergrond in alfa-, bèta- en gammadisciplines en is driemaal gepromoveerd op verschillende aspecten van de klimaatproblematiek. Hij heeft gewerkt als Chief Scientist bij het Planbureau voor de Leefomgeving en is betrokken geweest bij de vormgeving van het adaptief deltamanagement in het Deltaprogramma. Arthur Petersen woont in Den Haag.
Petersen zal in zijn rol als voorzitter zorgdragen voor de invulling van de komende signalen voor het Deltaprogramma. Daarnaast zal hij de contouren uitwerken die zijn benoemd in de externe evaluatie van de Signaalgroep Deltaprogramma.
“Het Deltaprogramma ligt me na aan het hart”, zegt Petersen over zijn benoeming. “Het is een prachtig voorbeeld van adaptief klimaatbestuur – waarbij gezamenlijk en op planmatige wijze kennis wordt geproduceerd en beoordeeld die, waar nodig, leidt tot bijstelling van dat programma – en ik draag graag bij aan de verbreding van disciplines die daarbij een rol moeten spelen.”
Oud-voorzitter Bart van den Hurk
Bart van den Hurk is recent benoemd tot co-voorzitter voor het IPCC van werkgroep II (Impact, aanpassing en kwetsbaarheid van sociaal economische en natuurlijke systemen op klimaatverandering). Het Deltaprogramma heeft grote waardering voor de wijze waarop hij de rol van voorzitter van de Signaalgroep Deltaprogramma de afgelopen vier jaar heeft vervuld, naast zijn werkzaamheden bij het kennisinstituut Deltares.
Over de Signaalgroep Deltaprogramma
De Signaalgroep Deltaprogramma houdt relevante ontwikkelingen voor het Deltaprogramma in de gaten met een focus op klimaatverandering, en brengt jaarlijks advies uit aan de Deltacommissaris hoe om te gaan met deze ontwikkelingen. Door veranderingen in klimaat, zeespiegel, hydrologie en ruimtegebruik te monitoren, wordt inzichtelijk of veranderende omstandigheden aanleiding zijn voor het aanpassen van deltabeslissingen en voorkeursstrategieën.