Consortia werken oplossingen lange termijn voor zeespiegelstijging uit

Drie consortia van overheid, kennisstellingen, ingenieurs- en ontwerpbureaus en waterbouwers gaan met het oog op de zeespiegelstijging tekenen en rekenen aan de toekomstige inrichting van Nederland. In het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging werken de consortia verschillende oplossingen uit voor een klimaatbestendige inrichting van ons land in 2100 en daarna.

De zeespiegel stijgt, maar het is onzeker hoe snel het gaat. Op basis van de meest actuele wetenschappelijke gegevens moeten we ervan uitgaan dat de zeespiegel langs de Nederlandse kust rond 2100 30 cm tot 1,2 meter hoger staat dan nu. Als het landijs van Antarctica sneller smelt door de opwarming van de aarde, kan dit leiden tot een versnelde stijging: de zeespiegel kan dan in 2100 met 2 meter zijn gestegen en daarna verder doorstijgen.

Scenario's voor zeespiegelstijging

In 2019 zijn de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris gestart met het Kennisprogramma Zeespiegelstijging om te onderzoeken wat de gevolgen kunnen zijn voor Nederland. De overheid en wetenschap doen samen onderzoek naar verschillende scenario’s voor het tempo en de omvang van de zeespiegelstijging. In het Kennisprogramma wordt gekeken naar effecten van zeespiegelstijging tot aan 5 meter op ons huidige watersysteem. Ook wordt er gekeken naar de stappen die we nu al kunnen en moeten zetten zodat we hier op de lange termijn veilig kunnen blijven leven en werken.

Basis voor ruimtelijke inrichting

De consortia die nu aan de slag gaan, maken een eerste uitwerking op basis van eerdere plannen en gebiedsbijeenkomsten en de scenario’s die Deltares eerder voor de lange termijn in kaart heeft gebracht. Dit moet een beeld opleveren van wat technisch, fysisch en ruimtelijk wel en niet mogelijk is, ook bij een grote zeespiegelstijging. Op basis daarvan kan worden bekeken waar en hoeveel ruimte we in de toekomst nodig hebben voor maatregelen, zoals dijkversterkingen, waterberging, pompen of zelfs landaanwinning. Het werk van de consortia levert daarmee belangrijke informatie op voor de keuzes die we nu maken bij onze ruimtelijke inrichting, bijvoorbeeld voor de woningbouw en de energietransitie.

Zeewaarts, meebewegen en beschermen

De consortia richten zich op de oplossingen ‘zeewaarts', ‘meebewegen’ en ‘beschermen’. Het consortium ‘zeewaarts’ werkt de richting verder uit waarbij we het land uitbreiden richting zee met een tweede kustlijn. Het consortium ‘meebewegen’ concretiseert de oplossing waarbij we het landgebruik aanpassen aan de zeespiegelstijging, land ophogen en aangepast – bijvoorbeeld drijvend of op palen - bouwen. Het consortium ‘beschermen’ onderzoekt de oplossingsrichting waarbij de kust tegen overstromingen en erosie wordt beschermd met keringen, zandsuppletie en wetlands en waarbij de rivierarmen wel of niet helemaal worden afgesloten met dammen of stormvloedkeringen en overtollig water wordt weggepompt (‘beschermen open en gesloten’).

Aan de consortia doen in totaal 20 partijen deel, hun samenwerking vindt plaats onder de vlag van de Topsector Water. Naar verwachting eind dit jaar ronden de consortia het werk af. In november verschijnt ook de tussenbalans van het Kennisprogramma met een bundeling van alle onderzoeken die door verschillende partijen voor het Kennisprogramma zijn verricht.

Aan het onderzoek werken een de volgende partijen mee:       

  • Consortium Zeewaarts: Ministerie IenW, staf Deltacommissaris, Rijkswaterstaat, Sweco, Arcadis, RHDHV, W+B, ZUS, WSP, WUR, TUD, Deltares, Van Oord, Boskalis
  • Consortium Beschermen: Ministerie IenW, staf Deltacommissaris, Rijkswaterstaat, W+B, Arcadis, HKV, RHDHV, Sweco, BoschSlabbers TUD-CT, Deltares Van Oord
  • Consortium Meebewegen: Ministerie IenW, staf Deltacommissaris, Rijkswaterstaat, Arcadis, RHDHV, Sweco, TAUW, One Architecture, DeFacto, TUD, WEnR, Deltares, RUN, EUR