Moeilijke keuzes, maar ook lonkende perspectieven
Hoe staat het ervoor met de waterveiligheid in de regio Rijnmond-Drechtsteden? Hoe weeg je belangen op korte én lange termijn, in een omgeving die niet stilstaat? Hoe maken we een koppeling met andere ruimtelijke ontwikkelingen? Dat waren de centrale vragen tijdens de tweejaarlijkse Gebiedsconferentie van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden (DPRD), op 2 juni in Dordrecht.

Zo’n 150 professionals kwamen bijeen in de Kunstkerk en Stadsbrasserie De Witt: vertegenwoordigers van waterschappen, gemeenten, de veiligheidsregio’s, het Rijk, maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen.
“We hebben natuurlijk allemaal onze eigen belangen”, zei Carola Schouten, burgemeester van Rotterdam en bestuurlijk voorzitter van het Gebiedsoverleg Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. “Mijn hoop is dat we daar met zijn allen ook overheen kunnen kijken. Dat we ons afvragen: zijn de keuzes die we nu maken, ook goed voor de generaties na ons?”
Excursies voor en door partners
De ochtend kende een gevarieerd programma: een vertoning van de nieuwe film ‘De monding van morgen’, waarin filmmaker Rik van der Linden op zoek ging naar een ‘lonkend perspectief’; een workshop ‘DPRD in vogelvlucht’ met Pim Neefjes van Rijkswaterstaat en DPRD; en drie excursies ‘voor en door DPRD-partners’ in en rond Dordrecht, waaronder een ‘hoogwaterwandeling’ in het historische havengebied en een wandeling om de ‘schuil- en coördinatiehub De Staart’ te illustreren.
Vervolgens was er een plenair programma onder leiding van Walter de Vries, van de gemeente Rotterdam. Swendeline Ersilia, stadsdichter van Dordrecht, opende de conferentie met het gedicht ‘Laat het water maar komen’, begeleid door gitarist Bahghi: “Kan water schuren? Nou, blijkbaar wel.”
Perspectief van onze kinderen
“Water is iets wat voor ons allemaal iets betekent”, zei Carola Schouten tijdens de plenaire opening. “Het is niet alleen iets technisch wat we moeten beheersen, maar het gaat ook over leven, over hoe we met elkaar samenleven, en de keuzes die we maken om dat te kunnen doen. Water gaat over onze hele samenleving. Ik vind water een heel leuk thema.”
Uiteindelijk worden de grote afwegingen vaak op nationaal niveau gemaakt, benadrukte Schouten, maar: “Het is onze taak, in de regio, om van onderaf te laten zien welke uitdagingen er spelen, wat we nodig hebben en hoe ingewikkeld dat is. Neem nu de beschikbaarheid van zoetwater: daarin worden de afwegingen steeds lastiger. Vergeet daarbij ook de natuur niet, wil ik blijven benadrukken. Ik vrees dat natuur vaak een sluitstuk is, maar natuur gaat ook om ons leven.”
De komende tijd wordt spannend, merkte Schouten op. “We zitten nu in de fase waarin we alle informatie bij elkaar leggen, maar echt harde keuzes hebben we nog niet op tafel gehad”, stelde ze. “Uiteindelijk gaat het erom: wat willen we aan onze kinderen nalaten? Kunnen we met elkaar dát perspectief steeds voor ogen blijven houden? We willen een gedragen advies maken dat door de verantwoordelijke bewindspersonen niet of nauwelijks genegeerd kan worden.”
Een kwestie van balanceren
Deltacommissaris Co Verdaas hield een keynotepresentatie, getiteld ‘Waterveiligheid in een omgeving die niet stilstaat’. “Waterveiligheid, waterberging, maar ook landbouw, woningbouw, energie... we zien nu al dat belangrijke functies met elkaar concurreren om ruimte”, zei hij. “Daarom moeten we de oplossingen niet meer alleen zoeken in het watersysteem. We moeten een samenhangende, ruimtelijke puzzel leggen.”
De trends zijn onweerlegbaar, benadrukte Verdaas, en de vraagstukken onontkoombaar. “Dat betekent ook dat de keuzes onafwendbaar zijn. We lopen aan tegen de technische grenzen. Van ‘strijden tegen’ moeten we gaan bewegen naar ‘leven met’ water. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat sommige van onze wensen en doelen op termijn niet houdbaar zijn. Dat geldt voor de natuur, maar ook voor woningbouw en landbouw. Het is een kwestie van balanceren. Daar moeten we het wel over hebben, met elkaar.”

Herijking 2026
Pieter Jacobs, programmamanager van DPRD, vertelde over de herijking van de voorkeursstrategie van 2020, die op de agenda staat voor 2026. Voortbordurend op de keynote van de deltacommissaris: “We kunnen de waterveiligheidsopgave niet meer met oogkleppen op benaderen. Dijkversterkingen nemen steeds meer ruimte in. Het kan zijn dat we dat in de komende dertig jaar nog oké vinden, maar daarna? En hoe kan onze strategie goed samen gaan met ontwikkelingen in de haven en opgaven voor natuur?”
Jacobs lichtte alvast een tipje van de sluier op, vooruitlopend op 2026. Sommige bevindingen vallen mee: “De Maeslantkering gaat waarschijnlijk mee tot ongeveer 2070. En het economisch effect als de kering vaker moet sluiten, is relatief beperkt.” Andere vallen tegen: “De impact van doorgaan met de huidige strategie wordt bij één meter zeespiegelstijging al fors, als je bijvoorbeeld kijkt naar de ruimtelijke inpassing van dijken, of het vaker voorkomen van wateroverlast in de vele buitendijkse gebieden in onze regio.” En: “Zoetwaterbeschikbaarheid vraagt wellicht eerder om systeemmaatregelen dan waterveiligheid.”
Geen enkel alternatief is goed voor álle belangen, besloot Jacobs. “Dus er komen ongemakkelijke keuzes aan. Daar komen we niet onderuit.”
Workshops en napraten
Later in de middag vonden twee rondes plaats van elk zes parallelle workshops. Onderwerpen liepen uiteen van buitendijks wonen en verzilting in de Rijn-Maasmonding tot ‘samen nu aan de slag met meerlaagsveiligheid’, de ‘dijk van de toekomst’, de evacuatiestrategie en nature-based solutions.
“Wat ik vandaag zo leuk vond: hier zie je echt hoe landelijke vraagstukken in de regio doorwerken, wat de regionale vragen en oplossingen zijn”, zei een deelnemer tijdens de afsluitende borrel. “Dit is waar het onderwerp gaat leven. Heel inspirerend om te zien.” Een ander merkte op: “Vandaag zag ik de film ‘De Monding van Morgen’. Prachtig. Ik zag ook dat mensen geëmotioneerd reageerden. Die film onderstreept hoe belangrijk het is om te laten zien hoe iets kan worden. Dat lonkende perspectief. Je kunt nog zoveel beleidsstukken schrijven, maar laten zíen wat er te winnen valt, daar bereik je veel meer mee.”