Nederland kan bij de bescherming tegen de zeespiegelstijging goed gebruiken maken van de natuurlijke dynamiek in de kustgebieden. Door zand en slib in te vangen ontstaan nieuwe hoger gelegen gebieden die een natuurlijke buffer vormen tegen de zee. Dit draagt bij aan de waterveiligheid en zorgt ook voor een verbetering van de typische en waardevolle Nederlandse deltanatuur.
In de verkenning ‘Meegroeien’, die vandaag op het Deltacongres is gepresenteerd schetsen waterexperts hoe de natuur kan helpen om ons in de toekomst te beschermen tegen de stijgende zeespiegel. De conclusie van het onderzoek is dat het zinvol is om natuurlijke processen in te zetten voor onze waterveiligheid. Door zand en slib in te vangen op de overgang van zee naar land ontstaat langs de kust en in de zeearmen een breed ‘stootkussen’ en wordt de kustbescherming robuuster. De kans op een dijkdoorbraak is kleiner, en in geval van een doorbraak zijn de gevolgen minder groot.
Een pluspunt is ook dat de kenmerkende en waardevolle intergetijdengebieden in de Zeeuwse delta en de Waddenzee behouden blijven en zelfs kunnen versterken. Deze natte natuurgebieden zijn belangrijk voor de miljoenen trekvogels die ieder jaar over ons land vliegen en afhankelijk zijn van het voedsel dat ze op de grens tussen water en land vinden. Ook leggen ze CO2 vast.
De studie laat zien dat naast de natuur ook economische sectoren zoals de schaal- en schelpdierkwekerij en de recreatie en toerisme baat hebben bij herstel van de natuurlijke dynamiek. Aandachtspunt is wel dat er ruimte nodig is om sediment te kunnen invangen.
De studie ‘Meegroeien’ is een aanvulling op eerder onderzoek van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging waarbij aan de hand van drie zogeheten denkrichtingen ‘Zeewaarts’, ‘Beschermen’ en ‘Meebewegen’ is onderzocht hoe Nederland in de toekomst veilig gehouden kan worden. Uit die onderzoeken bleek dat het mogelijk is om Nederland op verschillende manieren te beschermen tegen een zeespiegelstijging van 5 meter, maar dat de gevolgen voor de ruimtelijke inrichting van ons land en de natuur ingrijpend zijn (Zie ook: Nederland voorlopig veilig voor stijgende zee, maar moet leren omgaan met verzilting).
Meegroeilandschappen
In het onderzoek Meegroeien is naast waterveiligheid en verzilting het benutten van de natuurlijke processen en ecosystemen langs de kust als extra uitgangspunt opgenomen. In plaats van dammen en stormvloedkeringen zorgen zogeheten meegroeilandschappen voor de bescherming tegen de zee, in combinatie met aanvullende dijkversterkingen. De landschappen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een paar honderd meter landinwaarts van de bestaande dijk een nieuwe dijk te bouwen.
In de bestaande dijk komen openingen, zodat water en sediment regelmatig het gebied tussen de twee dijken instroomt. Tussen de twee dijken zal in de loop van de tijd een nieuw hoger gelegen gebied ontstaan omdat het slib blijft liggen. Dit nieuwe land kan weer gebruikt worden. Op verschillende plekken in Nederland, zoals langs de Groningse kust, zijn met deze oplossingsrichting de afgelopen jaren al succesvolle experimenten uitgevoerd.
Minister Tieman van Infrastructuur en Waterstaat is blij met de vierde denkrichting die met het nieuwe onderzoek in beeld is gebracht. “Nederland is een waterland met enorm veel kennis. Daar zijn we trots op en die expertise hebben we hard nodig als in de toekomst de zeespiegel stijgt en we veilig willen blijven wonen. We maken nu bij de duinen al gebruik van dynamisch kustbeheer, waarbij zee en wind het zand aanvoeren en de duinen ophogen. Dit onderzoek laat zien dat we die natuurlijke processen nog breder kunnen inzetten om onze delta veilig houden en we dit mee kunnen nemen als optie voor onze gereedschapskist.”
Deltacommissaris Co Verdaas: “Dit onderzoek levert een belangrijke bouwsteen op voor de aanpak voor de lange termijn. Door te werken met de dynamiek van het getij en het slib te benutten kunnen we onze delta letterlijk laten groeien. In de Eems-Dollard wordt al geëxperimenteerd met het ophogen van land door natuurlijke sedimentatie en ik hoop dat we in Zuid-Beveland met een experiment kunnen starten. Dit helpt om ons land te veilig te houden en het mooie is dat ook de natuur hier profijt van heeft.”
Alex Hekman, business director Water bij Sweco en directeur NL2120: “Omgaan met de gevolgen van de versnelde zeespiegelstijging is één van de grote uitdagingen van de komende eeuw. Het was geweldig om met een grote groep ingenieurs, ecologen en ontwerpers samen te werken. Door deze samenwerking is een nieuwe oplossingsrichting gevonden. Een oplossing waarin waterveiligheid en natuur hand in hand gaan, en waarin de natuur een deel van het werk doet om Nederland te beschermen.”
Aan het onderzoek dat in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris is gedaan, hebben experts uit de volle breedte van de watersector meegewerkt. Het onderzoek werd geleid door Sweco, Deltares en HKV. Wageningen University & Research, H+N+S, bureau Stroming, NIOZ, Witteveen+Bos, Haskoning, Van Oord en Boskalis hebben er aan meegewerkt. Het Wereld Natuur Fonds en de topsector Water en Maritiem en het ministerie van Landbouw, Voedsel, Visserij en Natuur hebben het onderzoek mede mogelijk gemaakt. De resultaten van de studie worden samen met het onderzoek naar de andere denkrichtingen gebruikt bij de verdere uitwerking per regio van mogelijke oplossingen om de zeespiegelstijging op de lange termijn op te vangen.
Beeld: © Martijn Beekman
Co Verdaas, Robert Tieman en Alex Hekman