Unieke aanpak nationaal Deltaprogramma

Klimaatverandering brengt onzekerheden met zich mee. We weten niet precies hoe Nederland eruitziet in de toekomst. Ons land is voorbereid op verschillende scenario’s. De overheid kijkt in het Deltaprogramma ver vooruit en voert extra maatregelen uit als dat nodig is. Niet alle maatregelen liggen voor de komende vijftig tot honderd jaar vast; er is ook ruimte voor nieuwe oplossingen. Deze manier van werken heet adaptief deltamanagement: de juiste stappen zetten op het juiste moment. Meebewegen waar kan, aanpassen zodra het moet. 

Een voorbeeld: 
Sluizen, stuwen en stormvloedkeringen (ook wel ‘kunstwerken’ genoemd) verouderen. Door slijtage, door veranderende eisen of omdat ze technisch niet meer up-to-date zijn. Voor alle kunstwerken is nu ingeschat wanneer vervanging nodig is. Ook kijkt de overheid naar de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van sluizen en keringen. Het koppelen van deze informatie bespaart tijd, werk en geld. De overheid voorkomt dat een spuisluis opgelapt wordt en tien jaar later alsnog vervangen moet worden door bijvoorbeeld een pomp.

Meten, Weten, Handelen

De partners in het nationaal Deltaprogramma werken volgens de methodiek ‘Meten, Weten, Handelen’.

De methodiek bestaat uit een aantal vragen: 

  • Ligt het Deltaprogramma op schema?  
  • Verloopt alles volgens plan? Worden de doelen bereikt? 
  • Zijn er nieuwe ontwikkelingen die de boel omgooien?  
  • Worden meerdere doelen tegelijk aangepakt?  
  • Als het kan, denken overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers dan mee? 

Vaste ritmiek

Het Deltaprogramma geeft volgens een vast ritme antwoord op bovenstaande vragen. De deltacommissaris rapporteert elk jaar, op Prinsjesdag, over de uitvoering van de deltaplannen, en presenteert concrete voorstellen en maatregelen voor de komende jaren.  

Zesjaarlijkse herijking

De wereld om ons heen verandert en er ontstaan nieuwe inzichten. De effecten van maatregelen worden beter zichtbaar en de kennis over klimaatverandering neemt toe. Daarom vindt elke zes jaar een herijking plaats van de deltabeslissingen en regionale strategieën. Ligt het Deltaprogramma op schema? Of moet de koers bijgesteld worden? En zo ja, hoe dan? In​​​​​​​Deltaprogramma 2021 staan de resultaten van de eerste herijking, in de vorm van bijgestelde deltabeslissingen en voorkeursstrategieën. De resultaten van de volgende herijking krijgen een plek in het Deltaprogramma 2027.

In dit rapport zijn milieueffecten in beeld gebracht. Deze effecten wogen mee in de keuzes op weg naar de herijkte Deltabeslissingen en regionale voorkeursstrategieën in het Deltaprogramma 2021. 

Signaleren

Een speciale Signaalgroep houdt in de gaten of er nieuwe (wetenschappelijke) inzichten zijn waarop het Deltaprogramma moet anticiperen en adviseert daarover elk jaar de deltacommissaris. De Signaalgroep bestaat uit mensen van onder andere het KNMI, Rijkswaterstaat, Deltares, Wageningen Universiteit en Research, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De adviezen van de Signaalgroep maken deel uit van het jaarlijkse Deltaprogramma en zijn via het overzicht van publicaties terug te vinden.

In 2019 gaf de Signaalgroep aan dat misschien sprake is van een versnelde zeespiegelstijging. De minister van Infrastructuur en Waterstaat en de deltacommissaris liet daarna het Kennisprogramma Zeespiegelstijging ontwikkelen. Dit programma moet zorgen voor meer kennis over de kans op een overstroming en de gevolgen daarvan. De eerste fase wordt eind 2023 afgerond, vanaf 2024 start de tweede fase.  

Rijk en regio samen

Het water in Nederland is van ons allemaal. Daarom werken rijk en regio samen aan een hoger nationaal doel: Nederland fysiek veilig en leefbaar houden. Waterschappen, gemeenten, provincies, ministeries en Rijkswaterstaat zijn partners in het Deltaprogramma. Maar ook inwoners en maatschappelijke organisaties, zoals woningbouwcorporaties en hoveniers, praten regelmatig mee over de te nemen maatregelen.