In de grote zaal discussieerden deelnemers over de herijking van het Deltaprogramma, met de focus op wateroverlast en de beschikbaarheid van zoetwater. Eerder op de dag benadrukte Co Verdaas al dat de maakbaarheid zijn grenzen nadert. Regio’s kregen de ruimte om hun zorgen en visies met elkaar te delen. 

Van de zuidwestelijke delta tot de hoge zandgronden 

Gespreksleider Harm Albert Zanting opende de sessie met de uitnodiging om vrijuit te praten en elkaar uit te dagen. De zaal was ingedeeld per regio, van de zuidwestelijke delta tot de hoge zandgronden. Die opstelling maakte inzichtelijk hoe verschillend de uitdagingen zijn waar regio’s mee kampen. En liet zien hoe de regio’s onderling van elkaar afhankelijk zijn, zeker in de toekomst. 

Minder water en moeilijke keuzes 

Want de verzilting neemt toe, rivierafvoeren dalen en de druk op zoetwater groeit. Judith van Zuijlen (IenW) benadrukte: “Hoe we het water ook verdelen, tekorten zijn onvermijdelijk.” Regio’s uitten hun zorgen, zoals Zeeland dat alles op alles zet om verzilting tegen te gaan. “Zonder water geen later,” stelde Brabant, terwijl regio Rijnmond-Drechtsteden aangaf dat “voldoende drinkwater als een paal boven water moet staan.” 

Beeld: © Martijn Beekman Fotografie

De zaal was ingedeeld in de regio’s van het Deltaprogramma.

Water langer vasthouden

Harold van Waveren van Rijkswaterstaat zei dat Nederland te lang heeft ingezet op snelle afvoer van regenwater. Hans Gehrels van Deltares vulde aan: “We hebben meer sponswerking nodig, want de winters worden natter en de zomers droger.” 

Meer pompcapaciteit

In de toekomst zal het steeds vaker nodig zijn om water de zee in te pompen omdat het water van de rivieren niet meer vrijuit bij eb de zee in kan stromen. Verschillende regio’s hamerden daarom op de noodzaak van het bouwen van extra spuisluizen, bijvoorbeeld bij IJmuiden. De suggestie om in de regio’s te oefenen met een extreme ‘Limburgbui’ kreeg veel bijval. 

Verstandige investeringen doen

Deltacommissaris Co Verdaas constateerde dat regio’s de noodzaak van de herijking unaniem erkennen. De boodschap is niet altijd makkelijk, zei hij. “Wat vandaag nog kan, werkt over veertig jaar misschien niet meer. Investeringen moeten generaties meegaan en dus moet je het geld verstandig uitgeven.” Een uitsmijter uit de zaal om het gesprek met inwoners vaker op te zoeken kreeg ‘een dikke duim’ van Verdaas.