Voorkeursstrategie IJsselmeergebied
De Deltabeslissing IJsselmeergebied is erop gericht de functies van het IJsselmeergebied ook in de toekomst te behouden en waar mogelijk te versterken. Daarnaast zijn ook de deltabeslissingen Waterveiligheid, Zoetwater en Ruimtelijke Adaptatie voor dit gebied van belang. De ambities in deze beslissingen zijn nader uitgewerkt in de voorkeursstrategie voor het IJsselmeergebied.
De uitvoering van de voorkeursstrategie bestaat uit specifieke maatregelen voor het IJsselmeergebied.
Waterveiligheid
In 2050 moeten de primaire waterkeringen (de waterkeringen die ons beschermen tegen het water van de zee, de grote rivieren en de grote meren) voldoen aan de normen die sinds 1 januari 2017 wettelijk van kracht zijn. Het winterpeil op het IJsselmeer is daarbij van groot belang. Het peil wordt beheerst door spuisluizen en pompen in de Afsluitdijk. De waterveiligheidsstrategie zet in op ‘spuien als het kan en pompen als het moet’.
Uitgangspunt is dat het gemiddelde winterpeil in het IJsselmeergebied tot 2050 niet meestijgt met de zeespiegel. Na 2050 is beperkt meestijgen een optie; flexibiliteit en adaptief meebewegen staan voorop. Dijkversterkingen en de inzet van pompen op de Afsluitdijk zijn in het IJsselmeergebied de belangrijkste oplossingen om aan de normen voor waterveiligheid te blijven voldoen.
Zoetwater
De strategie voor zoetwater richt zich op twee niveaus: het hoofdwatersysteem en het regionale watersysteem. Op het eerste niveau staat borging van de zoetwatervoorraad centraal, samen met de bestrijding van verzilting. Op het tweede niveau gaat het om het vasthouden van water in het regionale systeem, het verminderen van het watergebruik en het tegengaan van verzilting.
In het IJsselmeergebied wordt flexibel peilbeheer ingezet om een zo groot mogelijke zoetwatervoorraad te creëren. Als in de toekomst de kans op lage rivierafvoeren toeneemt, kan eventueel meer water via de IJssel naar het IJsselmeer stromen door flexibel beheer van de stuw bij Driel. Als de rivierafvoer nog verder daalt, dan is aanvoer vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal een optie. In de periode tot 2026 wordt dit verkend via de strategie Klimaatbestendige zoetwatervoorziening hoofdwatersysteem
De regionale partijen in het IJsselmeergebied zetten zich in om water zoveel mogelijk vast te houden en het gebruik van water te verminderen met waterbesparing en slim watermanagement.
Voor een robuuste zoetwatervoorraad is het van belang dat er zo min mogelijk zout water in het IJsselmeer komt via de spui- en schutsluizen in de Afsluitdijk. Rijkswaterstaat onderzoekt verschillende mogelijkheden om dat te bereiken, waaronder het opvangen van zout water in diepe kuilen achter de spuisluizen (zoutvangen).
Nieuwe ontwikkelingen die water vragen hebben consequenties voor de zoetwatervoorraad in het IJsselmeergebied. Voorbeelden zijn: de drinkwatervoorziening als gevolg van woningbouw, de komst van waterstoffabrieken ten bate van de energietransitie, de aanleg van mega-datacentra en nieuwe peilbeheersing in de veenweidegebieden. In de bestuursovereenkomst van de Actualisatie Waterverdeling Regio IJsselmeergebied is afgesproken het huidige beleidskader te actualiseren.
De Stresstest Zoetwater IJsselmeergebied laat de noodzaak zien voor het terugdringen van een toekomstig watertekort en het realiseren van zoutbeheersing. Dat kan gebeuren door extra aanvoer, vermindering van de watervraag of door nieuwe watergebruikers niet toe te laten. Een beleidskader voor nieuwe watervragers wordt daarom belangrijk.
Ruimtelijke adaptatie als integraal onderdeel
Er is geen aparte voorkeursstrategie voor ruimtelijke adaptatie, maar dit thema is wel integraal onderdeel van alle plannen en maatregelen voor het IJsselmeergebied. Zo komen maatregelen tot stand die meerdere doelen dienen. Dat zorgt voor samenhang tussen systeemmaatregelen en een klimaatrobuuste inrichting bij lopende en komende gebiedsontwikkelingen.