Rivieren

De Rijn en de Maas vervullen een belangrijke rol voor waterafvoer en waterbeschikbaarheid, en ook voor de economie, natuur en recreatie. De rivierdijken beschermen grote delen van Nederland tegen overstromingen. Het nationaal Deltaprogramma omvat verschillende initiatieven voor het behouden en waar nodig versterken van de functies van de grote rivieren. 

Het riviersysteem staat onder druk door klimaatverandering en het gebruik van de rivieren neemt naar verwachting verder toe. De maatregelen in het nationaal Deltaprogramma spelen hierop in.

Opgaven

De stijgende zeespiegel, hogere rivierafvoeren, extremere regenval en langere perioden van droogte en hitte zorgen voor grote veranderingen. In de toekomst moeten de rivieren meer water kunnen afvoeren. Ook lage afvoeren treden vaker op. Niet overal is de bodem in balans: op verschillende plekken schuurt de rivierbodem uit. Bodemerosie zorgt ervoor dat het water nog lager staat bij lagere afvoeren. Dat belemmert de scheepvaart, zoetwatervoorziening en natuur. Ook heeft het impact op de Nederlandse economie. 

Een nieuwe aanpak 

De afgelopen jaren bleek dat de aanpak van het nationaal Deltaprogramma niet meer toereikend was voor de opgaven. De nadruk lag op hoogwaterveiligheid en daarmee op dijkversterking, dijkverhoging en rivierverruiming. De lage rivierafvoeren in 2018, 2019 en 2020 lieten zien dat ook aandacht nodig was voor de zoetwatervoorziening, droogte, bevaarbaarheid, bodemerosie en natuurdoelen. Daarom sloegen Rijk, regio en andere partners de handen ineen. Ze maakten een start met een nieuw nationaal programma: Integraal Riviermanagement. 

Programma Integraal Riviermanagement 

In het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) richten Rijk en regio zich op een vitaal, bevaarbaar, veilig en aantrekkelijk rivierengebied dat duurzaam te beheren is en voorbereid is op de toekomst. De kern van het programma is integraliteit: alleen als we de opgaven in samenhang bezien, bereiken we het doel. 

Het programma IRM ontwikkelt een visie op het Nederlandse rivierengebied. We brengen in beeld welke ingrepen in de periode tot 2050 nodig zijn voor waterveiligheid, bevaarbaarheid, zoetwaterbeschikbaarheid, waterkwaliteit, natuur en een (economisch) aantrekkelijke leefomgeving. We kiezen maatregelen die samen een logisch en samenhangend programma vormen, passend bij de karakteristieken van het gebied. 

Het programma is in de periode 2021-2023 stap voor stap tot stand gekomen. In diezelfde periode hebben de partijen ervaring opgedaan met de integrale werkwijze in IRM-pilots. IRM wordt vastgelegd in een Programma onder de Omgevingswet (POW-IRM), dat de visie op het gebied beschrijft, beleidskeuzes maakt over de toekomstige afvoercapaciteit en rivierbodemligging, en samenwerkingsafspraken maakt. Ook wordt in het POW-IRM aangegeven in welke gebieden de eerste gebiedsuitwerkingen zullen plaatsvinden en welke verdere onderzoeken worden gedaan.