Het nationaal Deltaprogramma besteedt aandacht aan de specifieke opgaven van de hoge zandgronden, met name aan de kwantiteit van zoetwater. Voor dit gebied is een voorkeursstrategie opgesteld.  

Hoge zandgronden zijn in Nederland op verschillende plaatsen te vinden, in Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Voorbeelden zijn de Hondsrug, de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, de Achterhoek en Twente, de Brabantse Wal en de Limburgse Maasduinen. De gebieden zijn veelal doorsneden door beekdalen. Ze bestaan uit een mozaïek van akkerbouwgronden, graslanden en waardevolle natte en droge natuurgebieden.   

De hoge zandgronden beslaan circa de helft van het Nederlandse landoppervlak, hier woont 45 procent van de bevolking. De hoge zandgronden zijn goed voor 40 procent van de werkgelegenheid in Nederland, met de landbouw en industrie als belangrijke pijlers. De hoge zandgronden herbergen ook 70 procent van de Nationale Parken, 55 procent van de Natura 2000-gebieden en 50 procent van de Nationale Landschappen.  

Opgaven

Een groot deel van de hoge zandgronden ontvangt geen of beperkt zoetwater uit de rivieren en is daardoor grotendeels afhankelijk van regenwater. Drinkwater- en voedingsmiddelenbedrijven, andere industrieën en landbouwers gebruiken diep en ondiep grondwater voor hun bedrijfsprocessen en beregening van de gewassen.   

De hoge zandgronden kampen al tientallen jaren met droogte en verdrogingsproblemen. Hierdoor nemen watertekorten toe, dalen de grondwaterstanden, vallen beekdalen periodiek droog en verslechtert de waterkwaliteit. Tegelijk versterkt de toename van de watervraag deze effecten. Met name de landbouw, het stedelijk gebied en de natuur ondervinden hierdoor schade.  
 
Uit de KNMI’23-klimaatscenario’s blijkt bovendien dat de opgave groter wordt. Door klimaatverandering worden de periodes zonder neerslag steeds langer, terwijl regen steeds vaker valt in korte, hevige buien. Voor de hoge zandgronden betekent dit dat neerslag het hele jaar door beter moet worden vastgehouden. Grondwatervoorraadbeheer is dan essentieel. Alleen zo kunnen we zoetwater duurzaam benutten en blijft er voldoende water beschikbaar om lange periodes van droogte te overbruggen. 

Voorkeursstrategie Hoge Zandgronden

Als onderdeel van het nationaal Deltaprogramma is een voorkeursstrategie opgesteld voor de hoge zandgronden. De strategie moet de beschikbaarheid van zoetwater waarborgen. Ambitie, zoals verwoord bij de start van fase 2, is dat in 2027 voor 20% en in 2050 in het gehele gebied, maatregelen zijn uitgevoerd om water langer vast te houden en de vraag naar water te verminderen. Welke maatregelen toepasbaar zijn, verschilt per type gebied. Daarnaast is het van belang de gebieden weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het kader voor deze voorkeursstrategie zijn de deltabeslissingen Zoetwater en Ruimtelijke adaptatie. De voorkeursstrategie wordt vertaald naar een serie maatregelen.