Ronde 2 | 1 Sessie Wat leert het Kennisprogramma Zeespiegelstijging ons?

Op de dag van het Deltacongres verschijnen de tussenresultaten van het Kennisprogramma Zeepspiegelstijging. Jos van Alphen van Staf deltacommissaris, Annemiek Roeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Saskia van Gool van Rijkswaterstaat (RWS) delen de belangrijkste conclusies. Moeten we ons zorgen maken over zeespiegelstijging? Waarmee zijn we nu al goed op weg en wat zijn de aandachtspunten voor de toekomst? 

Bekijk hier de sessie via YouTube

Oplossingsrichtingen

“Vandaag is de Tussenbalans van het Kennisprogramma naar de Tweede Kamer gestuurd”, zegt sessieleider Joris Geurts van Kessel, directeur Waterveiligheid, Rivieren en Zee bij IenW. “Wij krijgen een inkijkje.” De hoofdboodschap van de Tussenbalans is voor de meeste mensen geen verrassing, aldus Annemiek Roeling, mede-projectleider van het kennisprogramma: de zeespiegel stijgt steeds sneller en in de toekomst wordt de onzekerheid groter. “Met onze huidige aanpak zijn we nog lang veilig achter onze dijken, maar we moeten steeds meer doen om dat zo te houden.” 

Inpassing

Saskia van Gool van Rijkswaterstaat, eveneens mede-projectleider: “De hoofdvraag is: hoeveel meter zeespiegelstijging kunnen we aan met de huidige aanpak? Bijvoorbeeld: als we de kustlijn op zijn plek willen houden, hoeveel zand hebben we dan nodig bij verschillende maten van zeespiegelstijging?” Of dat vervolgens haalbaar is, hangt af van de vraag hoeveel zand er beschikbaar is en of dat gewonnen kan worden. En: “Dijkversterkingen tot 3 meter zeespiegelstijging blijken technisch mogelijk. Wel komen er grote inpassingsvraagstukken in dichtbebouwde gebieden, want de verhoging vraagt om een dijkverbreding van 10 tot soms wel 90 meter. En die ruimte moet er wel zijn.”

Zoetwatervoorziening

Een ander belangrijk punt is de indringing van zout water, onder meer door kwel en via de sluizen. Die indringing beïnvloedt de beschikbaarheid van zoetwater. Van Gool: “Er zijn beperkingen in de infrastructuur om voldoende zoetwater aan te leveren, en de zoetwatervraag neemt toe terwijl de wateraanvoer via de rivieren minder betrouwbaar wordt.”

Belangrijk is nu goed na te denken over investeringen, benadrukt Jos van Alphen van Staf deltacommissaris. Dat wat we nu bouwen staat er immer over 100 jaar nog. “Als je oplossingsmogelijkheden voor de toekomst nog open wilt houden, zul je bij investeringen die je nu doet ruimte moeten reserveren voor toekomstige maatregelen. Windmolenparken kunnen bijvoorbeeld conflicteren met zandwinning, nieuwbouw met waterberging.”

Tweede fase

Het Kennisprogramma is nu halverwege. “In de tweede fase gaan we oplossingen voor de lange termijn concreter maken”, vertelt Roeling. “Ook gaan we kijken naar 5 meter zeespiegelstijging, naar de vraag hoe we de huidige waterkeringen langer kunnen benutten, en wat de waterveiligheidsmaatregelen betekenen voor andere gebruiksfuncties, zoals scheepvaart, landbouw, natuur en recreatie.”

Waterbeleid wordt ruimtelijk beleid

Zes experts nemen plaats in een panel: Frank Jorna, Wetterskip Fryslân; Matthijs de Vries, gedeputeerde van de provincie Fryslân; Jeannette Baljeu, gedeputeerde van Zuid-Holland en Zoetwaterregio West-Nederland; Erik Wagener, directeur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP); Joost de Ruig, hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Noord-Nederland; en Emiel Reiding, directeur van de metropoolregio Amsterdam. Waterbeleid is vaak een kwestie van ruimtelijk beleid, zo concluderen alle panelleden. 

Arabische landen

De aanpak is vaak regionaal, maar ook een overkoepelende visie is nodig. Alle regio’s kijken bijvoorbeeld naar het IJsselmeer voor terugdringing van de zoutindringing. “Je moet het watersysteem in zijn geheel bekijken”, zegt Reiding. “De aanpak in verschillende hokjes is niet meer houdbaar.” Discussie met de zaal levert een aantal tips op: kijk bijvoorbeeld ook eens naar wat de Arabische landen al decennialang doen om zoetwater uit zeewater te maken. Geurts van Kessel: “Het kennisprogramma geeft veel informatie, er zit veel urgentie achter, maar tegelijkertijd moeten we het hoofd koel houden en stap voor stap zorgen dat dat we die kennis laten spreken.”

Meer informatie: